Detailed Translations for originate from from English to Dutch
originate from:
-
voortkomen;
afstammen;
afkomstig zijn;
stammen;
ontspruiten;
spruiten
-
voortkomen
verbe
(kom voort, komt voort, kwam voort, kwamen voort, voortgekomen)
-
afstammen
verbe
(stam af, stamt af, stamde af, stamden af, afgestamd)
-
afkomstig zijn
verbe
(ben afkomstig, bent afkomstig, is afkomstig, was afkomstig, waren afkomstig, afkomstig geweest)
-
stammen
verbe
(stam, stamt, stamde, stamden, gestamd)
-
ontspruiten
verbe
(ontspruit, ontsproot, ontsproten, ontsproten)
-
spruiten
verbe
(spruit, sproot, sproten, gesproten)
-
uitkomen;
voortkomen uit;
ontspringen;
ontstaan uit;
uitbotten;
uitlopen;
ontspruiten
-
uitkomen
verbe
(kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)
-
-
ontspringen
verbe
(ontspring, ontspringt, ontsprong, ontsprongen, ontsprongen)
-
ontstaan uit
verbe
(ontsta uit, ontstaat uit, ontstond uit, ontstonden uit, ontstaan uit)
-
uitbotten
verbe
(bot uit, botte uit, botten uit, uitgebot)
-
uitlopen
verbe
(loop uit, loopt uit, liep uit, liepen uit, uitgelopen)
-
ontspruiten
verbe
(ontspruit, ontsproot, ontsproten, ontsproten)
Translation Matrix for originate from:
External Machine Translations:
Related Translations for originate from