English
Detailed Translations for out of practice from English to Dutch
out of practice: (*Using Word and Sentence Splitter)
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
- of: van; van de zijde van
- practice: ervaring; praktijk; routine; oefening; vaardigheidsoefening; ontwikkelen; oefenen; trainen; toepassing; gebruik; aanwenden; aanwending; gebruiken; leren; toepassen; hanteren; herhalen; gebruik maken van; uitoefenen; benutten; beoefenen; werkervaring; aangrijpen; repeteren; harden; coachen; uitoefening; praktiseren; bezigen; bekwamen; sport uitoefenen; instuderen; oplappen; dokteren
out of practice:
Translation Matrix for out of practice:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | rusty |