Summary
English
Detailed Translations for point in time from English to Dutch
point in time: (*Using Word and Sentence Splitter)
- point: wijzen; attenderen; spitsen; pointe; aangeven; aanduiden; indiceren; wijzen naar; iets aanwijzen; punt; aanwijzen; point
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
- time: tijd; keer; maal; periode; termijn; tijdsduur; tijdsbestek; klokken; timen; de tijd opnemen; tijdruimte
point in time:
Translation Matrix for point in time:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | point |
Synonyms for "point in time":
Related Definitions for "point in time":
Wiktionary Translations for point in time:
point in time
noun
-
een punt in de tijd