English
Detailed Translations for power train from English to Dutch
power train: (*Using Word and Sentence Splitter)
- power: vermogen; kracht; stroom; electrische stroom; macht; gezag; bevoegdheid; bevoegd zijn; sterkte; energie; dynamiek; felheid; fiksheid; capaciteit; autoriteit; heerschappij; toestemming; machtiging; volmacht; autorisatie; fiat; autoriteiten; mogendheid; mogendheden; gezaghebbers
- train: ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen; africhten; dresseren; dier africhten; harden; coachen; bekwamen; sleep; oefenen; repeteren; treinstel; leren; studeren; blokken; inlichten; voorlichten; onderrichten; karavaan; trein; onderwijzen; bijbrengen; doceren; spoortrein
power train:
Translation Matrix for power train:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | gear; gearing; geartrain; train |