Summary
English to Dutch: more detail...
- queer:
-
Wiktionary:
- queer → bizar, afwijkend, vreemd, slecht, homoseksueel, homo
- queer → nicht
- queer → bederven, tegenwerken
- queer → boertig, luimig, schertsend, eigenaardig, gek, raar, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk, grappig, lachwekkend, koddig, komisch, moppig, amusant, aardig, leuk, vermakelijk, curieus, typisch, bijzonder, buitengewoon, bizar
English
Detailed Translations for queers from English to Dutch
queer:
-
the queer (gay; faggot; sissy; fagot)
-
the queer (weirdo; strange person; odd fellow)
-
queer (homosexual; pansy; gay; sissy)
-
queer (strange; foreign; outlandish; odd; alien; exotic; funny)
vreemd; uitheems; vreemdsoortig; zonderling-
vreemd adj
-
uitheems adj
-
vreemdsoortig adj
-
zonderling adj
-
-
queer (peculiar; curious; strange; odd)
Translation Matrix for queer:
Related Words for "queer":
Synonyms for "queer":
Related Definitions for "queer":
Wiktionary Translations for queer:
queer
Cross Translation:
adjective
-
weird, odd, different
-
slightly unwell
- queer → slecht
-
slang: homosexual
- queer → homoseksueel; homo
-
slang: person of atypical sexuality or sexual identity
- queer → nicht
-
-
- queer → bederven; tegenwerken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• queer | → boertig; luimig; schertsend; eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk; grappig; lachwekkend; koddig; komisch; moppig; amusant; aardig; leuk; vermakelijk | ↔ drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général). |
• queer | → eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk; curieus; typisch; bijzonder; buitengewoon; bizar | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |
• queer | → eigenaardig; gek; raar; vreemd; vreemdsoortig; wonderlijk | ↔ étrange — Qui est en dehors de l’ordre, de l’usage commun ; qui est singulier, extraordinaire. |