Summary
English to Dutch: more detail...
-
safe and sound:
-
Wiktionary:
safe and sound → veilig en wel
safe and sound → veilig en wel -
Synonyms for "safe and sound":
unhurt; safe
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for safe and sound from English to Dutch
safe and sound: (*Using Word and Sentence Splitter)
- safe: veilig; kluis; safe; bewaarkluis; brandkast; blij; vrolijk; wakker; levendig; zonnig; opgewekt; opgeruimd; kleurig; geestig; opgetogen; uitgelaten; fleurig; monter; lustig; dartel; jolig; kwiek; blijmoedig; fideel; welgemoed; blijgeestig
- AND: EN
- and: en; plusteken; plus
- sound: bellen; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen; geluid; rumoer; klinken; klank voortbrengen; betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid; toon; klank; klankgeluid; logisch; aannemelijk; gegrond; solide; gefundeerd; steekhoudend; op goede gronden steunend; sonderen; met sonde onderzoeken; luiden; beieren; doorklinken; klokluiden; kredietwaardig; solvabel; solvent; intonatie; klankkleur; timbre; klanktint; weerkaatsen; galmen; weerklinken; resoneren; schallen; weergalmen; echoën; zeestraat; doortimmerd; zeeëngte; weerschallen; degelijke
safe and sound:
Translation Matrix for safe and sound:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | unhurt | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | safe |
Synonyms for "safe and sound":
Related Definitions for "safe and sound":
Wiktionary Translations for safe and sound:
safe and sound
Cross Translation:
adjective
-
having come to no harm
- safe and sound → veilig en wel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• safe and sound | → veilig en wel | ↔ sain et sauf — Qui est sorti indemne d’une situation périlleuse. |