English
Detailed Translations for saving grace from English to Dutch
saving grace: (*Using Word and Sentence Splitter)
- save: besparen; bezuinigen; matigen; korten; redden; op bankrekening zetten; sparen; in acht nemen; verschonen; ontzien; geld besparen; minder gebruiken; bewaren; beschermen; behoeden; verzamelen; vergaren; oppotten; opeenhopen; bijeenzamelen; buiten; behalve; uitgezonderd; met uitsluiting van; behoudens; wegzetten; opzij leggen; beschutten; bescherming bieden; conserveren; instandhouden; opslaan
- saving: besparing; bezuiniging; kostenbesparing; verkorting; inkrimping; bekorting; besnoeiing; gat; opening; scheur; kloof; uitsparing; barst; groef; reet; inkeping; split; bewaren; bergen
- grace: dienst; gunst; pardon; genade; vergiffenis; vergeving; verschoning; gratie; welwillendheid; goedgunstigheid; bidden; gebed; opluisteren
saving grace:
Translation Matrix for saving grace:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | grace; state of grace |