English
Detailed Translations for set about from English to Dutch
set about: (*Using Word and Sentence Splitter)
- set: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; set; strakgespannen; bepaalde hoeveelheid; wedstrijd; partij; pot; strijd; concours; koppel; stel; span; inklinken; groep van twee of meer; ondergaan; strak; situeren; zinken; star; zich afspelen; verstard; onder water gaan; groep; hoop; troep; bende; initiëren; op gang brengen; accumulatie; samenscholing; synchroniseren; gelijkzetten; manche; onderonsje; kliek; stremmen; stijf worden; benoemde set
- About: Info over; Info
- about: circa; omstreeks; ruwweg; plusminus; pakweg; ongeveer; omtrent; aangaande; zowat
set about:
Translation Matrix for set about:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | approach; attempt; begin; commence; get; get down; go about; set out; start; start out; undertake |
Synonyms for "set about":
Antonyms for "set about":
Related Definitions for "set about":
External Machine Translations: