Summary
English to Dutch: more detail...
-
short-change:
The word short-change exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for short-change from English to Dutch
short-change: (*Using Word and Sentence Splitter)
- short: klein; ondermaats; van geringe afmeting; kortaf; nors; bruusk; onzacht; eindig; vergankelijk; voorbijgaand
- change: veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; verandering; mutatie; wijziging; modificatie; ombuiging; ommekeer; kentering; ommezwaai; verkleden; omkleden; andere kleren aantrekken; wisselgeld; kleingeld; ruilen; wisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; hervorming; omschakeling; transformatie; omkeer; modificeren; amenderen; omwerken; overstappen; overstap; wisseling; uitwisseling; omruiling; ruiling; ruiltransactie; keer; wending; keerpunt; verwisseling; omwisseling; omruil; verruiling; ruil; inruil; richtingsverandering; ombuigen; verbuigen; krom buigen; overdoen; hernieuwen; opnieuw doen; herziening; amendement; overplaatsing; amendering
short-change:
Translation Matrix for short-change:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | short |