Summary
English to Dutch: more detail...
-
when passing:
The word when passing exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for when passing from English to Dutch
when passing: (*Using Word and Sentence Splitter)
- when: als; indien; mits; wanneer; toen
- pass: inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; verlopen; vervallen; aflopen; vergaan; verstrijken; voorkomen; gebeuren; zich voordoen; plaats hebben; aankomen; bezoeken; langskomen; langsgaan; voorbijkomen; op visite gaan; iemand opzoeken; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; besteden; doorbrengen; slijten; reiken; gaan; zich begeven; pasje; paspoort; pas; bergpas; kaart; ticket; kaartje; toegangsbewijs; plaatsbewijs; entreebiljet; slagen voor
- passing: vervallen; verstrijken; eindig; vergankelijk; voorbijgaand; terloops; losjes; in het voorbijgaan
External Machine Translations: