Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
bien hablado:
-
Wiktionary:
bien hablado → eloquent, bespraakt, welsprekend, welbespraakt
bienhablado → eloquent, bespraakt, welsprekend, welbespraakt -
Synonyms for "bienhablado":
educado; comedido; prudente; cortés
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for bien hablado from Spanish to Dutch
bien hablado: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bien: goed; precies; juist; correct; artikel; zaak; ding; voorwerp; object; item; lekker; fijn; aangenaam; prettig; smakelijk; aanlokkelijk; verlokkend; sec; activa; onbeschadigd; behaaglijk; senang
- hablado: gesproken; verbaal
- hablar: spreken; praten; converseren; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; wauwelen; snateren; zeggen; informeren; bewust maken; kennisgeven van; communiceren; in contact staan; een conversatie hebben; kwekken; kouten; uiten; uitdrukken; verwoorden; vertolken; uiting geven aan; uitdrukking geven aan; speechen
bienhablado:
Synonyms for "bienhablado":
Wiktionary Translations for bienhablado:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bienhablado | → eloquent; bespraakt; welsprekend; welbespraakt | ↔ beredt — hervorragend in der sprachlichen Ausdrucksweise |
Wiktionary Translations for bien hablado:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bien hablado | → eloquent; bespraakt; welsprekend; welbespraakt | ↔ beredt — hervorragend in der sprachlichen Ausdrucksweise |