Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Search: distribuidor

Spanish and Dutch Search Results for: distribuidor

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

distribuidor:
- distributeur; bezorger; rondbrenger; bode; besteller; koerier; uitdeler; verleenster; ronddeler; distribuant
Wiktionary:
- distribuidor → alleenverdeler, dealer, verdeler

Spanish

Detailed Translations for distribuidor from Spanish to Dutch

distribuidor:

distribuidor [el ~] nom

el distribuidor (repartidor)
de distributeur
- distributeur [de ~ (m)] nom
el distribuidor (repartidor)
de bezorger; rondbrenger; de bode; de besteller; de koerier
- bezorger [de ~ (m)] nom
- rondbrenger [znw.] nom
- bode [de ~ (m)] nom
- besteller [de ~ (m)] nom
- koerier [de ~ (m)] nom
el distribuidor (repartidor)
uitdeler
- uitdeler [znw.] nom
el distribuidor (repartidor)
verleenster
- verleenster [znw.] nom
el distribuidor
ronddeler
- ronddeler [znw.] nom
el distribuidor (repartidor; difusor)
distribuant
- distribuant [znw.] nom

Translation Matrix for distribuidor:

Related Words for "distribuidor":

distribuidores, distribuidora, distribuidoras

Wiktionary Translations for distribuidor:

distribuidor

noun

distributeur die de alleenverkoop van een product bezit
- alleenverdeler → distribuidor
Verkoper
- dealer → distribuidor; representante
iemand die of iets dat verdeelt
- verdeler → distribuidor

Related Translations for distribuidor