Interglot - almacén: Spanish and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

almacén:
- magazijn; voorraadplaats; provisiekamer; voorraadkamer; berging; bergruimte; berghok; goederenopslag; opslagruimte; ligopslagplaats; warenhuis; kluis; bergen; bewaren; goederenloods; goederenopslagruimte; toko
Wiktionary:
- almacén → bergruimte, warenhuis
- almacén → depot, magazijn, opslagruimte, pakhuis, dienst, provisiekamer, provisiekast, voorraadkamer, ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats, reserve, voorbehoud, provisie, voorziening, voorraad, restrictie, bergplaats, bergruimte, bewaarplaats, opslag, opslagplaats

Spanish

Detailed Translations for almacén from Spanish to Dutch

Noun	Related Translations	Other Translations
bergen	almacén; depósito
berghok	almacén; depositaría; depósito
berging	almacén; depositaría; depósito	custodia; salvamento; salvamento de un buque
bergruimte	almacén; depositaría; depósito
bewaren	almacén; depósito
goederenloods	almacén; cobertizo de mercancías
goederenopslag	almacén
goederenopslagruimte	almacén; cobertizo de mercancías
kluis	almacén	caja de caudales; caja de seguridad; caja fuerte; cámara acorazada
ligopslagplaats	almacén
magazijn	almacén; cuarto de provisiones	recámara; revista; revista semanal; semanario
opslagruimte	almacén	guardamuebles
provisiekamer	almacén; cuarto de provisiones
toko	almacén; almacén de comestibles; bazar; comercio; negocio en el comercio; tienda; tienda de comestibles; tienda de productos indonesios
voorraadkamer	almacén; cuarto de provisiones
voorraadplaats	almacén; cuarto de provisiones
warenhuis	almacén	guardamuebles
Verb	Related Translations	Other Translations
bergen		almacenar; deshacerse de; guardar; meter; ordenar; recoger; recoger la mesa; salvar
bewaren		almacenar; apartar; archivar; conservar; depositar; depositar sobre; guardar; poner a un lado; poner en el establo; poner en el garaje; proteger; salvar

abacería; tienda de comestibles; ultramarinos; colmado; abarrote; abarrotería; comestible; despensa; coloniales; puesto; bodega
barraca; choza; barracón; caseta; casilla; chabola; refugio; albergue; alojamiento; hospedaje; aposento
bazar; tienda; comercio; establecimiento; mercado; botica
factoría; factoraje; depósito
granero; silo; hórreo; panera; pósito; troj
guardamuebles
local; recinto; lugar; nave
tinglado; cobertizo; techado; barrancón

almacén

noun

ruimte waarin men iets kan opbergen
- bergruimte → almacén; trastero
een grote winkel, vaak met meerdere verdiepingen, die een uitgebreid assortiment aan goederen verkoopt
- warenhuis → almacén

Cross Translation:

From	To	Via
• almacén	→ depot; magazijn; opslagruimte	↔ Lager — Raum oder Gebäude zur geordneten Unterbringung von Waren
• almacén	→ pakhuis	↔ warehouse — A place for storing large amounts of products
• almacén	→ dienst; magazijn; provisiekamer; provisiekast; voorraadkamer; ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats	↔ office — Fonction, emploi
• almacén	→ reserve; voorbehoud; provisie; voorziening; magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; provisiekast; voorraad; restrictie; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; opslag; opslagplaats	↔ réserve — action de réserver.