Interglot - atavío: Spanish and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

atavío:
- versiering; opsmuk; opschik; smuk
ataviar:
- verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; verluchten; optuigen; opsieren; opschikken; tooien; zich opsmukken; zich uitmonsteren; optooien; zich uitdossen
- opschikken; opsieren
Wiktionary:
- atavío → kleding
- atavío → kleding, toilet
- ataviar → uitdossen

Spanish

Detailed Translations for atavío from Spanish to Dutch

atavío:

atavío [el ~] nom

el atavío (adorno; aliño)
de versiering; de opsmuk; de opschik; de smuk
- versiering [de ~ (v)] nom
- opsmuk [de ~ (m)] nom
- opschik [de ~ (m)] nom
- smuk [de ~ (m)] nom

Translation Matrix for atavío:

Noun	Related Translations	Other Translations
opschik	adorno; aliño; atavío
opsmuk	adorno; aliño; atavío
smuk	adorno; aliño; atavío
versiering	adorno; aliño; atavío	adorno; amoblamiento; decoración; equipo; ornamento; ropa; utillaje; vestidos; vestimenta

Related Words for "atavío":

atavíos

Synonyms for "atavío":

decorado; adorno; aderezo; compostura; ornamento
gala; atuendo; indumentaria; traje; vestido; vestidura; vestimenta; ropaje; ropa

Wiktionary Translations for atavío:

atavío

noun

het textiel voor de bedekking van het lichaam
- kleding → atavío; atuendo; indumentaria; ropa; ropaje; vestido; vestuario

Cross Translation:

From	To	Via
• atavío	→ kleding	↔ apparel — clothing
• atavío	→ toilet	↔ toilette — meuble garnir de ce qui servir pour se laver, se coiffer, se parer.

atavío form of ataviar:

ataviar verbe

ataviar (adornar; engalanar; embellecer; embellecerse)
verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; verluchten; optuigen; opsieren; opschikken; tooien
- verfraaien verbe (verfraai, verfraait, verfraaide, verfraaiden, verfraaid)
- opsmukken verbe (smuk op, smukt op, smukte op, smukten op, opgesmukt)
- zich mooi maken verbe
- verluchten verbe (verlucht, verluchtte, verluchtten, verlucht)
- optuigen verbe (tuig op, tuigt op, tuigde op, tuigden op, opgetuigd)
- opsieren verbe (sier op, siert op, sierde op, sierden op, opgesierd)
- opschikken verbe (schik op, schikt op, schikte op, schikten op, opgeschikt)
- tooien verbe (tooi, tooit, tooide, tooiden, getooid)
ataviar (acicalar; aliñar; emperifollar)
zich mooi maken; opsmukken; tooien; opsieren; zich opsmukken
- zich mooi maken verbe
- opsmukken verbe (smuk op, smukt op, smukte op, smukten op, opgesmukt)
- tooien verbe (tooi, tooit, tooide, tooiden, getooid)
- opsieren verbe (sier op, siert op, sierde op, sierden op, opgesierd)
- zich opsmukken verbe
ataviar (equipar; proveer; adornar; decorar; embellecer; engalanar; aliñar; acicalar)
zich uitmonsteren; optooien; zich uitdossen
- zich uitmonsteren verbe
- optooien verbe (tooi op, tooit op, tooide op, tooiden op, opgetooid)
- zich uitdossen verbe

Conjugations for ataviar:

presente

atavío
atavías
atavía
ataviamos
ataviáis
atavían

imperfecto

ataviaba
ataviabas
ataviaba
ataviábamos
ataviabais
ataviaban

indefinido

atavié
ataviaste
atavió
ataviamos
ataviasteis
ataviaron

fut. de ind.

ataviaré
ataviarás
ataviará
ataviaremos
ataviaréis
ataviarán

condic.

ataviaría
ataviarías
ataviaría
ataviaríamos
ataviaríais
ataviarían

pres. de subj.

que atavíe
que atavíes
que atavíe
que ataviemos
que ataviéis
que atavíen

imp. de subj.

que ataviara
que ataviaras
que ataviara
que ataviáramos
que ataviarais
que ataviaran

miscelánea

¡atavía!
¡ataviad!
¡no atavíes!
¡no ataviéis!
ataviado
ataviando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

ataviar [el ~] nom

el ataviar (adornar)
opschikken; opsieren
- opschikken [znw.] nom
- opsieren [znw.] nom

Translation Matrix for ataviar:

Noun	Related Translations	Other Translations
opschikken	adornar; ataviar
opsieren	adornar; ataviar	adorno; embellecerse; embellecimiento; pintarse
opsmukken		adorno; embellecerse; embellecimiento; pintarse
optuigen		adornar; engalanar
tooien		adornar; amenizar; engalanar; realzar
zich mooi maken		embellecerse; pintarse
Verb	Related Translations	Other Translations
opschikken	adornar; ataviar; embellecer; embellecerse; engalanar
opsieren	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; embellecer; embellecerse; emperifollar; engalanar
opsmukken	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; embellecer; embellecerse; emperifollar; engalanar	adornar; decorar; maquillarse
optooien	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; decorar; embellecer; engalanar; equipar; proveer
optuigen	adornar; ataviar; embellecer; embellecerse; engalanar
tooien	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; embellecer; embellecerse; emperifollar; engalanar
verfraaien	adornar; ataviar; embellecer; embellecerse; engalanar
verluchten	adornar; ataviar; embellecer; embellecerse; engalanar
zich mooi maken	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; embellecer; embellecerse; emperifollar; engalanar
zich opsmukken	acicalar; aliñar; ataviar; emperifollar
zich uitdossen	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; decorar; embellecer; engalanar; equipar; proveer
zich uitmonsteren	acicalar; adornar; aliñar; ataviar; decorar; embellecer; engalanar; equipar; proveer

Synonyms for "ataviar":

decorar; adornar; ornamentar; ornar; embellecer; hermosear; aderezar; engalanar
emperifollarse; atildarse; aviarse; atusarse; componer; acicalarse; arreglarse; emperejilarse

Wiktionary Translations for ataviar:

ataviar

verb

iemand op opvallende wijze kleden
- uitdossen → adornar; atildar; ataviar

External Machine Translations:

Related Translations for atavío