Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
haber de menos:
-
Wiktionary:
haber de menos → missen, mankeren, absent zijn, afwezig zijn, schelen, misgrijpen, mislopen
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for haber de menos from Spanish to Dutch
haber de menos: (*Using Word and Sentence Splitter)
- haber: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- menos: minder; minst; min; minus; laag; gemeen; laaghartig; onedel; laag-bij-de-grond; buiten; behalve; uitgezonderd; in mindere mate; met uitsluiting van; beperkter; minteken; grof; plat; lomp; banaal; triviaal; vunzig; schunnig; platvloers
Wiktionary Translations for haber de menos:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• haber de menos | → missen; mankeren; absent zijn; afwezig zijn; schelen; misgrijpen; mislopen | ↔ manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute. |