Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
niño de la provincia:
-
Wiktionary:
niño de la provincia → boerenjongen, boerenzoon
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for niño de la provincia from Spanish to Dutch
niño de la provincia: (*Using Word and Sentence Splitter)
- niño: kind; kleuter; kleintje; klein meisje; klein kind; kleine jongen; kleine; jongetje; jochie; klein jongetje; jong; welp; hondje; peuter; worm; dreumes; uk; wurm; hummel; baasje; klein kereltje
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- la: het; de
- provincia: gebied; provincie; gewest; rayon; ressort; rechtsgebied; rijksonderdeel; regio; streek; district
Wiktionary Translations for niño de la provincia:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• niño de la provincia | → boerenjongen; boerenzoon | ↔ farmboy — boy who works on a farm |