Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate contestación

Translate contestación from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

contestación:
- reactie; antwoord; retort; beantwoording; repliek; bescheid; weerwoord; uitweg; ontsnappingsmogelijkheid
Wiktionary:
- contestación → antwoord, wederwoord, weerwoord
- contestación → bescheid, wederwoord, weerwoord, repliek, ontzenuwing, weerlegging, tegenbewijs, reactie, terugslag, weerslag, dupliek

Spanish

Detailed Translations for contestación from Spanish to Dutch

contestación:

contestación [la ~] nom

la contestación (respuesta; reacción; réplica)
de reactie; het antwoord; de retort; de beantwoording; de repliek; het bescheid; het weerwoord
- reactie [de ~ (v)] nom
- antwoord [het ~] nom
- retort [de ~] nom
- beantwoording [de ~ (v)] nom
- repliek [de ~ (v)] nom
- bescheid [het ~] nom
- weerwoord [het ~] nom
la contestación (escape)
de uitweg; de ontsnappingsmogelijkheid
- uitweg [de ~ (m)] nom
- ontsnappingsmogelijkheid [de ~ (v)] nom

Translation Matrix for contestación:

Noun	Related Translations	Other Translations
antwoord	contestación; reacción; respuesta; réplica	escape; resolución; respuesta; resultado; solución
beantwoording	contestación; reacción; respuesta; réplica
bescheid	contestación; reacción; respuesta; réplica
ontsnappingsmogelijkheid	contestación; escape
reactie	contestación; reacción; respuesta; réplica
repliek	contestación; reacción; respuesta; réplica	defensa; objeción; réplica
retort	contestación; reacción; respuesta; réplica
uitweg	contestación; escape	desinencia; escapatoria; escape; salida
weerwoord	contestación; reacción; respuesta; réplica

Wiktionary Translations for contestación:

contestación

noun

de reactie op een vraag, van repliek voorzien
- antwoord → contestación; respuesta
weerwoord.
- wederwoord → contestación; respuesta
antwoord op een beschuldiging.
- weerwoord → contestación; respuesta

Cross Translation:

From	To	Via
• contestación	→ bescheid; wederwoord; weerwoord; repliek; ontzenuwing; weerlegging; tegenbewijs; reactie; terugslag; weerslag; dupliek	↔ réponse — parole dire, ou acte effectué, en réaction à une question poser, une demande, ou à une déclaration, ou encore à un évènement.