Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. echar raíces:


Spanish

Detailed Translations for echar raíces from Spanish to Dutch

echar raíces:

echar raíces verbe

  1. echar raíces (radicar; arraigar)
    wortelen; wortel schieten; vastgroeien
    • wortelen verbe (wortel, wortelt, wortelde, wortelden, geworteld)
    • wortel schieten verbe (schiet wortel, schoot wortel, schoten wortel, wortel geschoten)
    • vastgroeien verbe (groei vast, groeit vast, groeide vast, groeiden vast, vastgegroeid)
  2. echar raíces (fundar; fundamentar; basar en)
    aarden; gronden
    • aarden verbe (aard, aardt, aardde, aardden, geaard)
    • gronden verbe (grond, grondt, grondde, grondden, gegrond)

Translation Matrix for echar raíces:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aarden basar en; echar raíces; fundamentar; fundar aclimatarse; acostumbrar; acostumbrarse; acostumbrarse a; adaptarse; conectar a tierra; contraer el hábito de; familiarizarse con; habituarse a
gronden basar en; echar raíces; fundamentar; fundar dar la primera capa de pintura; fundar
vastgroeien arraigar; echar raíces; radicar
wortel schieten arraigar; echar raíces; radicar
wortelen arraigar; echar raíces; radicar

Synonyms for "echar raíces":


Related Translations for echar raíces