Spanish
Detailed Translations for hacer un broma from Spanish to Dutch
hacer un broma:
-
hacer un broma (afligir; engañar; incordiar; fastidiar; embromar; estafar; hacer rabiar; hacer tonto a alguien; atormentar)
in de maling nemen; voor de gek houden; foppen; te pakken nemen-
in de maling nemen verbe (neem in de maling, neemt in de maling, nam in de maling, namen in de maling, in de maling genomen)
-
voor de gek houden verbe
-
te pakken nemen verbe
-