Spanish
Detailed Translations for indemnizar from Spanish to Dutch
indemnizar:
-
indemnizar (resarcir)
terugbetalen; vergoeden; schadeloosstellen; afkopen-
schadeloosstellen verbe (stel schadeloos, stelt schadeloos, stelde schadeloos, stelden schadeloos, schadeloosgesteld)
-
indemnizar
schadeloosstellen; tevredenstellen; afkopen-
schadeloosstellen verbe (stel schadeloos, stelt schadeloos, stelde schadeloos, stelden schadeloos, schadeloosgesteld)
-
tevredenstellen verbe (stel tevreden, stelt tevreden, stelde tevreden, stelden tevreden, tevredengesteld)
-
Translation Matrix for indemnizar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
afkopen | rescate | |
vergoeden | arreglo; compensación; restitución | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
afkopen | indemnizar; resarcir | |
schadeloosstellen | indemnizar; resarcir | |
terugbetalen | indemnizar; resarcir | |
tevredenstellen | indemnizar | contentar; satisfacer |
vergoeden | indemnizar; resarcir | compensar; recompensar; remunerar; resarcir de |
Synonyms for "indemnizar":
Wiktionary Translations for indemnizar:
indemnizar
Cross Translation:
verb
-
aan iemand compensatie verlenen voor gemaakte kosten of geleden schade
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• indemnizar | → vergoeden | ↔ ersetzen — einen Schaden wieder gutmachen; entschädigen |