Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
móvil:
- mobiel; los; beweegbaar; verzetbaar; verplaatsbaar; roerend; dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig
- stimulansen; drijfveren; beweegredenen; uitgangspunt; principe; vertrekpunt; basis; grondgedachte; veronderstelling; grondslag; uitgangsvorm; grondstelling; fundament; fundering; beginsel; grondlijn; basislijn
-
Wiktionary:
- móvil → beweegbaar, mobiel
- móvil → mobieltje, motief
- móvil → mobieltje, beweeglijk, mobiel, GSM, mobiele telefoon, onbestendig, veranderlijk, vlinderachtig, wispelturig, bewegelijk, druk, roerig, woelig, beweegbaar, los, roerend, gsm
Spanish
Detailed Translations for móvil from Spanish to Dutch
móvil:
-
móvil (movible; transportable)
mobiel; los; beweegbaar; verzetbaar; verplaatsbaar; roerend-
mobiel adj
-
los adj
-
beweegbaar adj
-
verzetbaar adj
-
verplaatsbaar adj
-
roerend adj
-
-
móvil (ágil; dinámico; vital; enérgico; animado; vivo; activo)
dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig-
dynamisch adj
-
actief adj
-
energiek adj
-
beweeglijk adj
-
levendig adj
-
-
el móvil
-
el móvil (punto de partida; principio; motivación; base; razón; punto de arranque; fondo; subsuelo; idea básica; explicación; basamento; parte de abajo; idea fundamental; punto de salida)
het uitgangspunt; het principe; het vertrekpunt; de basis; de grondgedachte; de veronderstelling; de grondslag; uitgangsvorm; de grondstelling; het fundament; de fundering; het beginsel; de grondlijn; basislijn
Translation Matrix for móvil:
Related Words for "móvil":
Synonyms for "móvil":
Wiktionary Translations for móvil:
móvil
Cross Translation:
adjective
-
niet gefixeerd in een bepaalde stand of positie, flexibel
-
zich gemakkelijk verplaatsend
-
een gsm, een draagbare telefoon
-
de reden om iets te doen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• móvil | → mobieltje | ↔ cell — informal: a cellular telephone |
• móvil | → beweeglijk; mobiel | ↔ mobile — capable of being moved |
• móvil | → mobieltje; GSM; mobiele telefoon | ↔ mobile phone — a portable telephone |
• móvil | → onbestendig; veranderlijk; vlinderachtig; wispelturig; beweeglijk; bewegelijk; druk; roerig; woelig; beweegbaar; los; mobiel; roerend | ↔ mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général). |
• móvil | → mobiele telefoon; mobieltje; gsm | ↔ portable — Téléphone portable |