Interglot - "orilla" translated from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

orilla:
- zijde; kant; zij; oever; schilderijlijst; lijst; zelfkant; flank; zijde van een schip
Wiktionary:
- orilla → waterkant
- orilla → oever, kant, rand, kust, boord, wal, waterkant, helling, nerf, rib, ribbe, ribbel, kustlijn, zeekust, glooiing, schuinte

Spanish

Detailed Translations for orilla from Spanish to Dutch

la orilla (borde; lado; costado; margen)
de zijde; de kant; de zij
- zijde [de ~] nom
- kant [de ~ (m)] nom
- zij [de ~] nom
la orilla (ribera)
de oever
- oever [de ~ (m)] nom
la orilla (cabeza de lista; borde; cama abatible; almena)
de schilderijlijst
- schilderijlijst [de ~] nom
de lijst
– rand ¹
- lijst [de ~] nom
  - om dit schilderij zit een mooie lijst¹
la orilla
de zelfkant
- zelfkant [de ~ (m)] nom
la orilla (flanco; lado; borde)
de flank; zijde van een schip
- flank [de ~] nom
- zijde van een schip [znw.] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
flank	borde; flanco; lado; orilla	borde; costado; flanco; lado; lateral
kant	borde; costado; lado; margen; orilla	borde; costado; encaje; labor de encaje; lateral
lijst	almena; borde; cabeza de lista; cama abatible; orilla	borde; catálogo; encuadramiento; enumeración; especificación; inventario; lista; lista de socios; lista plana; registro; tabla
oever	orilla; ribera
schilderijlijst	almena; borde; cabeza de lista; cama abatible; orilla
zelfkant	orilla
zij	borde; costado; lado; margen; orilla
zijde	borde; costado; lado; margen; orilla	borde; costado; flanco; lado; lateral; seda
zijde van een schip	borde; flanco; lado; orilla
Pronoun	Related Translations	Other Translations
zij		ella
Other	Related Translations	Other Translations
zij		ellas; ellos

orilla

noun

daar waar land ophoudt en een water, zoals beek, rivier, meer of kanaal begint
- waterkant → orilla; ribera

Cross Translation:

From	To	Via
• orilla	→ oever	↔ bank — edge of river or lake
• orilla	→ kant; rand	↔ edge — boundary line of a surface
• orilla	→ kust; oever	↔ shore — land adjoining a large body of water
• orilla	→ oever	↔ Ufer — Randbereich zwischen Gewässer und Land
• orilla	→ boord; kant; kust; oever; wal; waterkant; helling; nerf; rib; ribbe; ribbel; kustlijn; zeekust; glooiing; schuinte	↔ côte — Traductions à trier suivant le sens
• orilla	→ boord; kant; kust; oever; wal; waterkant	↔ rive — terrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.