Summary
French to Dutch: more detail...
-
faire une sieste:
-
Wiktionary:
faire une sieste → een dutje doen, doezelen
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for faire une sieste from French to Dutch
faire une sieste: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- une: voorpagina
- sieste: middagdutje; siësta; middagslaapje; hazenslaapje; hazenslaap
Wiktionary Translations for faire une sieste:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• faire une sieste | → een dutje doen | ↔ nap — To have a nap |
• faire une sieste | → doezelen | ↔ snooze — To sleep, especially briefly; to nap |