Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: nausée

French and Dutch Search Results for: nausée

Summary

French to Dutch: more detail...

nausée:
- misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid
Wiktionary:
- nausée → misselijkheid
- nausée → misselijkheid, zeeziekte

French

Detailed Translations for nausée from French to Dutch

nausée:

nausée [la ~] nom

la nausée (mal de coeur; nausées; écoeurement; haut-le-coeur)
de misselijkheid; de ongesteldheid; de onpasselijkheid
- misselijkheid [de ~ (v)] nom
- ongesteldheid [de ~ (v)] nom
- onpasselijkheid [de ~ (v)] nom

Translation Matrix for nausée:

Noun	Related Translations	Other Translations
misselijkheid	haut-le-coeur; mal de coeur; nausée; nausées; écoeurement
ongesteldheid	haut-le-coeur; mal de coeur; nausée; nausées; écoeurement	menstruation; règles
onpasselijkheid	haut-le-coeur; mal de coeur; nausée; nausées; écoeurement

Synonyms for "nausée":

écoeurement; dégoût; répugnance; répulsion; lassitude; abattement; révolte; indignation; éructation; exhalaison; hoquet; renvoi; rot; haut-le-coeur; malaise; dérangement; vertige; trouble; vapeur; maladie; indisposition; satiété; réplétion; satisfaction; saturation

Wiktionary Translations for nausée:

nausée

noun

envie de vomir.
- nausée → misselijkheid

nausée

noun

vorm van onpasselijkheid die gepaard kan gaan met een neiging tot braken, als signaal van het lichaam dat er iets mis is of als reactie op iets onaangenaams
- misselijkheid → nausée

Cross Translation:

From	To	Via
• nausée	→ misselijkheid	↔ nausea — feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit
• nausée	→ zeeziekte	↔ Seekrankheit — Reizzustand der Gleichgewichtsorgane durch die ungewohnten Schiffsschwankungen, der zu Übelkeit und Erbrechen führt