Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: rallonge

French and Dutch Search Results for: rallonge

Summary

French to Dutch: more detail...

rallonge:
- tafelblad; uitschuifblad; uittrekblad; aanzetting; aanzetsel; aanzetstuk; schuifblad
- verlengstuk
Wiktionary:
- rallonge → blad, plaat
- rallonge → plaat, blad

French

Detailed Translations for rallonge from French to Dutch

rallonge:

rallonge [la ~] nom

la rallonge (dessus d'une table)
het tafelblad
- tafelblad [het ~] nom
la rallonge
het uitschuifblad; uittrekblad
- uitschuifblad [het ~] nom
- uittrekblad [znw.] nom
la rallonge (allonge)
de aanzetting; aanzetsel; het aanzetstuk
- aanzetting [de ~ (v)] nom
- aanzetsel [znw.] nom
- aanzetstuk [het ~] nom
la rallonge (tirette)
het schuifblad
- schuifblad [het ~] nom

rallonge [le ~] nom

le rallonge (appendice; prolongement)
het verlengstuk
- verlengstuk [het ~] nom

Translation Matrix for rallonge:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanzetsel	allonge; rallonge
aanzetstuk	allonge; rallonge
aanzetting	allonge; rallonge
schuifblad	rallonge; tirette
tafelblad	dessus d'une table; rallonge
uitschuifblad	rallonge
uittrekblad	rallonge
verlengstuk	appendice; prolongement; rallonge

Synonyms for "rallonge":

ajout; adjonction; addition; additif; amendement; post-scriptum; raccord; bonus; supplément; prime; complément; appoint; reste; solde; addenda; annexe; codicille; appendice; prolongateur; surcroît; surplus

Wiktionary Translations for rallonge:

rallonge

noun

Ce qui sert à rallonger une chose
- rallonge → blad; plaat

Cross Translation:

From	To	Via
• rallonge	→ plaat; blad	↔ leaf — flat section used to extend a table

Related Translations for rallonge

échelle à rallonge