Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. coupon:
  2. Wiktionary:
Dutch to French:   more detail...
  1. coupon:
  2. Wiktionary:


French

Detailed Translations for coupon from French to Dutch

coupon:

coupon [le ~] nom

  1. le coupon (bon; reçu; chiffon; )
    de bon; de coupon
  2. le coupon
    reclamebon
  3. le coupon (pièce de tissu; lambeau; tissu; )
    stuk stof; de lap

Translation Matrix for coupon:

NounRelated TranslationsOther Translations
bon bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; ticket amende; contravention; procès-verbal; quittance; reçu; récépissé; récépissé de versement; ticket
coupon bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; ticket
lap chiffon; coupon; lambeau; métrage; pièce de tissu; tissu; torchon chiffe; chiffon; gnognotte; guenille; haillon; lambeau; loque; papier; petit coupon; tissu; torchon
reclamebon coupon
stuk stof chiffon; coupon; lambeau; métrage; pièce de tissu; tissu; torchon

Synonyms for "coupon":


Wiktionary Translations for coupon:


Cross Translation:
FromToVia
coupon (tegoed)bon voucher — A piece of paper that entitles the holder to a discount, or that can be exchanged for goods and services

Related Translations for coupon



Dutch

Detailed Translations for coupon from Dutch to French

coupon:

coupon [de ~ (m)] nom

  1. de coupon (bon)
    le bon; le coupon; le reçu; le chiffon; la pièce; le ticket; le récépissé; la quittance; le lambeau; le restant

Translation Matrix for coupon:

NounRelated TranslationsOther Translations
bon bon; coupon tegoedbon; waardebon
chiffon bon; coupon doek; doekje; flard; homp; klungel; klungelaar; kruk; lap; lor; poetslap; prul; stoethaspel; stuk stof; stumper; vod; vodje
coupon bon; coupon lap; reclamebon; stuk stof
lambeau bon; coupon doek; lap; stuk stof
pièce bon; coupon aparte wooneenheid binnen een eengezinshuis; grote kamer; kamer; lapje; ruimte in een gebouw; speelstuk; vertrek; vertrekken; zaal
quittance bon; coupon bon; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
restant bon; coupon het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; saldo; staartje
reçu bon; coupon beweringsgrond; bewijs; bewijs van ontvangst; bon; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
récépissé bon; coupon bewijs van ontvangst; bon; ontvangstbewijs; reçu; stortingsbewijs
ticket bon; coupon bon; entreebiljet; kaart; kaartje; ontvangstbewijs; pasje; plaatsbewijs; reçu; stortingsbewijs; ticket; toegangsbewijs
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bon aangenaam; aanlokkelijk; aardig; adequaat; akkoord; attent; behulpzaam; bekwaam; braaf; capabel; competent; eerlijk; gepast; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; in orde; juist; kostelijk; lekker; mee eens; mild; overheerlijk; passend; plezierig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reuzelekker; smakelijk; tof; verlokkend; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig; zalig
restant overig

Related Words for "coupon":


Wiktionary Translations for coupon:

coupon
noun
  1. billet donnant droit à un accès

Cross Translation:
FromToVia
coupon reste remnant — unsold end of piece goods