Summary
French to Dutch: more detail...
-
énergie:
- momentum; esprit; energie; daadkracht; werklust; kracht; puf; aandrift; fut; electrische stroom; stroom; sterkte; dynamiek; fiksheid; felheid; interesse; belangstelling; geboeidheid; animo; zin; fascinatie; krachtdadigheid; doortastendheid; kranigheid; manhaftigheid; pittigheid; daadkrachtigheid; arbeidskracht; werkvermogen; werkzaamheid; arbeidsvermogen; werkkracht
- veerkracht; weerstand; incasseringsvermogen; weerstandsvermogen
-
Wiktionary:
- énergie → energie, fut
- énergie → energie, wilskracht, inspanning
Dutch to French: more detail...
French
Detailed Translations for énergie from French to Dutch
énergie:
-
l'énergie (ardeur; âme; force; caractère; poussée; propulsion; vitalité; ressort; dynamisme)
-
l'énergie
-
l'énergie (vigueur; solidité; dynamique; force; intensité)
-
l'énergie (fort intérêt; envie; plaisir; fascination; attention; ferveur; passion; goût; élan; ardeur; entrain)
-
l'énergie (dynamisme; vigueur; force)
-
l'énergie (fermeté énergique; dynamisme; force; ressort; ardeur; résolution; vitalité; action immédiate)
-
l'énergie (fermeté; courage; fait d'être ferme)
de kranigheid -
l'énergie (hardiesse; vaillance)
-
l'énergie (vigueur; dynamisme; nerf)
de pittigheid -
l'énergie (vigueur)
-
l'énergie (capacité de travail; vitalité; zèle; productivité)
-
l'énergie (résistance; endurance; élasticité; savoir encaisser)
Translation Matrix for énergie:
Synonyms for "énergie":
Wiktionary Translations for énergie:
énergie
énergie
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• énergie | → energie | ↔ energy — impetus behind activity |
• énergie | → wilskracht | ↔ volition — The mental power or ability of choosing; the will. |
• énergie | → inspanning | ↔ Aufwand — die benötigen Energie oder Arbeit, um eine Handlung durchführen oder etwas herstellen |
• énergie | → energie | ↔ Energie — Physik, Technik: physikalische Größe: Maß für die Fähigkeit eines Objektes, Arbeit zu verrichten |
Related Translations for énergie
Dutch
Detailed Translations for énergie from Dutch to French
energie:
-
de energie (daadkracht; momentum; esprit; werklust; kracht; puf; aandrift; fut)
-
de energie (electrische stroom; stroom)
-
de energie (fiksheid; sterkte; dynamiek; kracht; felheid)
-
de energie (wilskracht; geestkracht)