French
Detailed Translations for à l’égard d’ from French to Dutch
à l’égard d’: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- égard: respect; hoogachting; eerbied; achting; eerbiediging; ontzag; aspect; opzicht; facet; aanbidden; verheffen; verering; eerbiedigen; verheerlijking; waardering; ontzien
- dé: dobbelsteen; teerling
- dû: verschuldigd; verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; verplicht zijn aan