Summary
French to Dutch: more detail...
- abondant:
-
Wiktionary:
- abondant → overvloedig, rijkelijk, abundant, rijk, uitbundig, volop, weelderig, welig
- abondant → rijkelijk voorhanden, overvloedig, abondant
Dutch to French: more detail...
-
abondant:
-
Wiktionary:
abondant → abondant
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for abondant from French to Dutch
abondant:
-
abondant (abondamment; ample; considérable; étendu; copieux; copieuse; vaste; énorme; amplement; surabondant; volumineux; copieusement; large; largement; grandement; grand)
ruimschoots; rijkelijk; overvloedig; royaal; scheutig-
ruimschoots adv
-
rijkelijk adj
-
overvloedig adj
-
royaal adj
-
scheutig adj
-
-
abondant (prospère; fortuné; aisé; florissant; bien portant; nanti; en bonne santé; en bonne condition; en forme)
-
abondant (abondamment; luxueux; luxueusement)
-
abondant (richement; riche; florissant; fortuné; puissant; prospère)
Translation Matrix for abondant:
Synonyms for "abondant":
Wiktionary Translations for abondant:
abondant
Cross Translation:
adjective
abondant
adjective
-
in ruime hoeveelheid aanwezig
-
overvloedig, niet nauw rekenend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abondant | → rijkelijk voorhanden; overvloedig; abondant | ↔ abundant — fully sufficient; plentiful |