Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: couvent

French and Dutch Search Results for: couvent

Summary

French to Dutch: more detail...

couvent:
- klooster; nonnenklooster; kloostergebouw
couver:
- uitbroeden; broeden; warmhouden; bebroeden
Wiktionary:
- couvent → klooster, nonnenklooster, vrouwenklooster, stift, zusterhuis, mannenklooster
- couver → broeden, broeden op, koesteren, smeulen
- couver → uitbroeden, broeden

French

Detailed Translations for couvent from French to Dutch

couvent:

couvent [le ~] nom

le couvent (monastère; cloître)
het klooster; het nonnenklooster
- klooster [het ~] nom
- nonnenklooster [het ~] nom
le couvent (monastère; cloître)
het klooster; kloostergebouw
- klooster [het ~] nom
- kloostergebouw [znw.] nom

Translation Matrix for couvent:

Noun	Related Translations	Other Translations
klooster	cloître; couvent; monastère
kloostergebouw	cloître; couvent; monastère
nonnenklooster	cloître; couvent; monastère

Synonyms for "couvent":

abbatiale; église; cloître; abbaye; monastère; ermitage; prieuré; communauté; groupe; confrérie; collectivité; association; corporation; congrégation; ordre; corps; société; doyenné

Wiktionary Translations for couvent:

couvent

noun

maison dans laquelle des religieux ou des religieuses vivre en commun.
- couvent → klooster; nonnenklooster; vrouwenklooster; stift; zusterhuis; mannenklooster

couvent

noun

een kloostergemeenschap
- klooster → couvent; monastère
een gebouw waarin een klooster gevestigd is
- klooster → couvent; monastère

couver:

couver verbe (couve, couves, couvons, couvez, couvent, couvais, couvait, couvions, couviez, couvaient, couvai, couvas, couva, couvâmes, couvâtes, couvèrent, couverai, couveras, couvera, couverons, couverez, couveront)

couver
uitbroeden; broeden; warmhouden
- uitbroeden verbe (broed uit, broedt uit, broedde uit, broedden uit, uitgebroed)
- broeden verbe (broed, broedt, broedde, broedden, gebroed)
- warmhouden verbe
couver
bebroeden
- bebroeden verbe

Conjugations for couver:

Présent

couve
couves
couve
couvons
couvez
couvent

imparfait

couvais
couvais
couvait
couvions
couviez
couvaient

passé simple

couvai
couvas
couva
couvâmes
couvâtes
couvèrent

futur simple

couverai
couveras
couvera
couverons
couverez
couveront

subjonctif présent

que je couve
que tu couves
qu'il couve
que nous couvions
que vous couviez
qu'ils couvent

conditionnel présent

couverais
couverais
couverait
couverions
couveriez
couveraient

passé composé

ai couvé
as couvé
a couvé
avons couvé
avez couvé
ont couvé

divers

couve!
couvez!
couvons!
couvé
couvant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Translation Matrix for couver:

Noun	Related Translations	Other Translations
broeden		canaille; foule; plèbe; populace; racaille
Verb	Related Translations	Other Translations
bebroeden	couver
broeden	couver
uitbroeden	couver
warmhouden	couver

Synonyms for "couver":

incuber; nicher; entretenir; se tramer

Wiktionary Translations for couver:

couver

verb

Traductions à trier suivant le sens
- couver → broeden; broeden op; koesteren

couver

verb

een gelegd ei met lichaamswarmte warm houden
- broeden → couver
zacht en langzaam branden zonder vlammen
- smeulen → couver
verborgen aanwezig zijn
- smeulen → couver

Cross Translation:

From	To	Via
• couver	→ uitbroeden; broeden	↔ brood — to keep an egg warm

Related Translations for couvent