French
Detailed Translations for grand-voile from French to Dutch
grand-voile: (*Using Word and Sentence Splitter)
- grand: groot; uitgebreid; uitvoerig; omstandig; ampel; breedvoerig; hooggespannen; ruim; wijd; geweldig; uitgewerkt; in details; rijzig; overvloedig; ruimschoots; royaal; rijkelijk; scheutig
- voile: sluier; voile; mist; nevel; waas; zeilsport; dekmantel; tuigage; zeilwerk; heiigheid
- voiler: bedekken; omhullen; hullen; maskeren; inhullen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verstoppen; verbergen; achterhouden; verduisteren; verhullen; wegstoppen; versluieren; bemantelen; verheimelijken; verbloemen
- voilé: verborgen; verscholen; verhuld; verdoezeld; onduidelijk; vaag; mat; flauw; wazig; mistig; onhelder; vagelijk; nevelachtig; niet uitbundig; bedekt; verkapt; gesluierd; verholen; versluierd; verbloemd; schemerig; schimmig; vaag zichtbaar
Wiktionary Translations for grand-voile:
grand-voile
noun
-
in de klassieke zeilvaart de onderste, grootste zeil aan de grote mast
-
in de moderne zeilvaart het zeil bevestigd met het voorlijk aan de achterkant van de (grootste) mast