French
Detailed Translations for à cœur ouvert from French to Dutch
à cœur ouvert: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- curé: pastoor; hoeder; geestelijk herder
- ouvert: open; openstaand; vatbaar; ontvankelijk; niet dicht; benaderbaar; genaakbaar; geopend; aangebroken; opengemaakt; vrij; oprecht; openhartig; ronduit; vrijuit; onomwonden; vrijelijk; onverholen; onbewimpeld; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; ontsloten; opengelegd; aanspreekbaar; toeschietelijk; onbebouwd; opengesteld; rechtdoorzee
- ouvrir: openen; inleiden; openmaken; opendoen; opendraaien; vrijgeven; openstellen; toegankelijk maken; aanbreken; een begin nemen; aankaarten; opwerpen; aansnijden; aanknopen; ter sprake brengen; entameren; te berde brengen; gesprek aanknopen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; losgaan; opengaan; openslaan; ontsluiten; ontgrendelen; doorprikken; openprikken; openbreken; openleggen; scheiden; ontplooien; detacheren; losmaken; opentrekken; ontknopen; loskrijgen; losknopen; zich een weg banen; loswerken; een weg vrijmaken; uiteenvouwen; opensteken; opendrukken
Spelling Suggestions for: à cœur ouvert
Wiktionary Translations for à cœur ouvert:
External Machine Translations: