French
Detailed Translations for être indécis from French to Dutch
être indécis:
-
être indécis (hésiter; tarder; douter; tergiverser; traînasser; traîner; lambiner; traînailler)
-
être indécis (être irrésolu)
besluiteloos zijn-
besluiteloos zijn verbe (ben besluitloos, bent besluitloos, is besluitloos, was besluitloos, waren besluitloos, besluitloos geweest)
-
-
être indécis (être suspendu)
onbeslist zijn-
onbeslist zijn verbe (ben onbeslist, bent onbeslist, is ombeslist, was ombeslist, waren onbeslist, onbeslist geweest)
-