Interglot - "amener à soi" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

amener à soi:
- bijhalen; oproepen; ontbieden; laten komen; tevoorschijn roepen

French

Detailed Translations for amener à soi from French to Dutch

amener à soi (tirer à soi)
bijhalen
- bijhalen verbe (haal bij, haalt bij, haalde bij, haalden bij, bijgehaald)
amener à soi (appeler; invoquer; convoquer; laisser venir)
oproepen; ontbieden; laten komen; tevoorschijn roepen
- oproepen verbe (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
- ontbieden verbe (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)
- laten komen verbe (laat komen, liet komen, lieten komen, laten komen)
- tevoorschijn roepen verbe

External Machine Translations:

Verb	Related Translations	Other Translations
bijhalen	amener à soi; tirer à soi
laten komen	amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir
ontbieden	amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir	appeler; appeler à; assigner en justice; citer en justice; convoquer; interpeller; intimer; notifier; paraître devant le tribunal; remémorer; sommer; sommer de
oproepen	amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir	appeler; appeler à; assigner en justice; citer en justice; convoquer; interpeller; intimer; notifier; paraître devant le tribunal; remémorer; sommer; sommer de
tevoorschijn roepen	amener à soi; appeler; convoquer; invoquer; laisser venir