Interglot - "avoir tendance à" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

avoir tendance à:
- neigen tot; tenderen; neigen; overhellen; tenderen naar; overhellen tot een denkwijze; zwemen; toeneigen

French

Detailed Translations for avoir tendance à from French to Dutch

avoir tendance à (incliner à)
neigen tot
- neigen tot verbe
avoir tendance à (incliner à)
tenderen
- tenderen verbe (tender, tendert, tenderde, tenderden, getenderd)
avoir tendance à (tendre à; pencher; recourber; plier; fléchir; courber; s'incliner)
neigen; overhellen; tenderen naar; overhellen tot een denkwijze
- neigen verbe (neig, neigt, neigde, neigden, geneigd)
- overhellen verbe (hel over, helt over, helde over, helden over, overgeheld)
- tenderen naar verbe (tender naar, tendert naar, tenderde naar, tenderden naar, getenderd naar)
- overhellen tot een denkwijze verbe
avoir tendance à (tendre à)
zwemen; tenderen naar; toeneigen
- zwemen verbe (zweem, zweemt, zweemde, zweemden, gezweemd)
- tenderen naar verbe (tender naar, tendert naar, tenderde naar, tenderden naar, getenderd naar)
- toeneigen verbe (eigen toe, eigent toe, eigende toe, eigenden toe, toegeeigend)

Noun	Related Translations	Other Translations
zwemen		brins; ombres; pointes; pruines; traces; voiles
Verb	Related Translations	Other Translations
neigen	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à
neigen tot	avoir tendance à; incliner à
overhellen	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à	s'incliner; se pencher
overhellen tot een denkwijze	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à
tenderen	avoir tendance à; incliner à
tenderen naar	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à
toeneigen	avoir tendance à; tendre à
zwemen	avoir tendance à; tendre à