Summary
French to Dutch: more detail...
- concorder:
-
Wiktionary:
- concorder → congruent zijn, elkaar dekken, rijmen, zich aanpassen, kloppen
- concorder → overeenstemmen
French
Detailed Translations for concorder from French to Dutch
concorder:
concorder verbe (concorde, concordes, concordons, concordez, concordent, concordais, concordait, concordions, concordiez, concordaient, concordai, concordas, concorda, concordâmes, concordâtes, concordèrent, concorderai, concorderas, concordera, concorderons, concorderez, concorderont)
-
concorder (correspondre à; être conforme à)
corresponderen; overeenkomen; stroken; overeenstemmen-
corresponderen verbe (correspondeer, correspondeert, correspondeerde, correspondeerden, gecorrespondeerd)
-
stroken verbe
-
overeenstemmen verbe (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
-
concorder (convenir; consentir; s'accorder; s'entendre sur)
overeenkomen; overeenstemmen met; overeenkomen met; kloppen met; stroken; stroken met-
overeenstemmen met verbe
-
overeenkomen met verbe
-
kloppen met verbe
-
stroken verbe
-
stroken met verbe
-
concorder (être conforme à; équivaloir à; correspondre à; convenir à; s'accorder à)
-
concorder (correspondre; coïncider)
overeenstemmen; congruent zijn; kloppen-
overeenstemmen verbe (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
congruent zijn verbe (ben congruent, bent congruent, is congruent, was congruent, waren congruemt, congruent geweest)
-
-
concorder (concourir; interférer; synchroniser)
-
concorder (aller ensemble; fusionner; joindre; correspondre à; confluer; aller de pair; réunir; convenir à; s'accorder à)
Conjugations for concorder:
Présent
- concorde
- concordes
- concorde
- concordons
- concordez
- concordent
imparfait
- concordais
- concordais
- concordait
- concordions
- concordiez
- concordaient
passé simple
- concordai
- concordas
- concorda
- concordâmes
- concordâtes
- concordèrent
futur simple
- concorderai
- concorderas
- concordera
- concorderons
- concorderez
- concorderont
subjonctif présent
- que je concorde
- que tu concordes
- qu'il concorde
- que nous concordions
- que vous concordiez
- qu'ils concordent
conditionnel présent
- concorderais
- concorderais
- concorderait
- concorderions
- concorderiez
- concorderaient
passé composé
- ai concordé
- as concordé
- a concordé
- avons concordé
- avez concordé
- ont concordé
divers
- concorde!
- concordez!
- concordons!
- concordé
- concordant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Translation Matrix for concorder:
Synonyms for "concorder":
Wiktionary Translations for concorder:
concorder
Cross Translation:
verb
concorder
-
Être en concordance.
- concorder → congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen
verb
-
in overeenstemming zijn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• concorder | → overeenstemmen | ↔ match — to agree; to equal |