Summary
French to Dutch: more detail...
- exploser:
-
Wiktionary:
- exploser → exploderen, losbarsten, ontploffen, springen, uitbarsten
- exploser → springen, ontploffen, exploderen
French
Detailed Translations for exploser from French to Dutch
exploser:
exploser verbe (explose, exploses, explosons, explosez, explosent, explosais, explosait, explosions, explosiez, explosaient, explosai, explosas, explosa, explosâmes, explosâtes, explosèrent, exploserai, exploseras, explosera, exploserons, exploserez, exploseront)
-
exploser (exploder; éclater)
ontploffen; exploderen; springen; uit elkaar springen; uit elkaar spatten; klappen-
uit elkaar springen verbe (spring uit elkaar, springt uit elkaar, sprong uit elkaar, sprongen uit elkaar, uit elkaar gesprongen)
-
uit elkaar spatten verbe (spat uit elkaar, spatte uit elkaar, spatten uit elkaar, uit elkaar gespat)
-
exploser (gonfler; se ballonner; bomber; bouffer; grossir; enfler; se gonfler)
-
exploser (crever; péter; éclater; fendre; se fendre; exploder; se fêler; faire explosion; se fissurer; crevasser; se gercer; éclater en morceaux)
ontploffen; uit elkaar spatten; springen; uit elkaar springen; ploffen-
uit elkaar spatten verbe (spat uit elkaar, spatte uit elkaar, spatten uit elkaar, uit elkaar gespat)
-
uit elkaar springen verbe (spring uit elkaar, springt uit elkaar, sprong uit elkaar, sprongen uit elkaar, uit elkaar gesprongen)
-
exploser (éclater; sauter)
-
exploser (éclater; éclater en morceaux)
aan stukken springen-
aan stukken springen verbe (spring aan stukken, springt aan stukken, sprong aan stukken, aan stukken gesprongen)
-
Conjugations for exploser:
Présent
- explose
- exploses
- explose
- explosons
- explosez
- explosent
imparfait
- explosais
- explosais
- explosait
- explosions
- explosiez
- explosaient
passé simple
- explosai
- explosas
- explosa
- explosâmes
- explosâtes
- explosèrent
futur simple
- exploserai
- exploseras
- explosera
- exploserons
- exploserez
- exploseront
subjonctif présent
- que j'explose
- que tu exploses
- qu'il explose
- que nous explosions
- que vous explosiez
- qu'ils explosent
conditionnel présent
- exploserais
- exploserais
- exploserait
- exploserions
- exploseriez
- exploseraient
passé composé
- ai explosé
- as explosé
- a explosé
- avons explosé
- avez explosé
- ont explosé
divers
- explose!
- explosez!
- explosons!
- explosé
- explosant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Translation Matrix for exploser:
Synonyms for "exploser":
Wiktionary Translations for exploser:
exploser
Cross Translation:
verb
exploser
-
faire explosion.
- exploser → exploderen; losbarsten; ontploffen; springen; uitbarsten
verb
-
(ergatief) door een schei- of natuurkundige reactie bijzonder snel en met een grote kracht uiteenspatten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exploser | → springen; ontploffen | ↔ blow — to explode |
• exploser | → ontploffen; exploderen | ↔ explode — to explode (intransitive) |