Interglot - "faire suivre" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

faire suivre:
- doorzenden; doorsturen; naleveren; nabezorgen; nasturen; nazenden

French

Detailed Translations for faire suivre from French to Dutch

faire suivre (réexpédier; transmettre)
doorzenden; doorsturen
- doorzenden verbe (zend door, zendt door, zond door, zonden door, doorgezonden)
- doorsturen verbe (stuur door, stuurt door, stuurde door, stuurden door, doorgestuurd)
faire suivre (livrer en supplément)
naleveren; nabezorgen
- naleveren verbe (lever na, levert na, leverde na, leverden na, nageleverd)
- nabezorgen verbe (bezorg na, bezorgt na, bezorgde na, bezorgden na, nabezorgd)
faire suivre (réexpédier)
nasturen
- nasturen verbe (stuur na, stuurt na, stuurde na, stuurden na, nagestuurd)
faire suivre (réexpédier)
nazenden
- nazenden verbe (zend na, zendt na, zond na, zonden na, nagezonden)

Noun	Related Translations	Other Translations
nabezorgen		fait de faire suivre; livraison en supplément
Verb	Related Translations	Other Translations
doorsturen	faire suivre; réexpédier; transmettre	transférer
doorzenden	faire suivre; réexpédier; transmettre
nabezorgen	faire suivre; livrer en supplément
naleveren	faire suivre; livrer en supplément
nasturen	faire suivre; réexpédier
nazenden	faire suivre; réexpédier