Detailed Translations for flouer from French to Dutch
flouer:
-
afzetten;
misleiden;
bedriegen;
besodemieteren;
zwendelen;
oplichten;
beduvelen;
belazeren;
bedonderen
-
afzetten
verbe
(zet af, zette af, zetten af, afgezet)
-
misleiden
verbe
(misleid, misleidt, misleidde, misleidden, misleid)
-
bedriegen
verbe
(bedrieg, bedriegt, bedroog, bedrogen, bedrogen)
-
besodemieteren
verbe
(besodemieter, besodemietert, besodemieterde, besodemieterden, besodemieterd)
-
zwendelen
verbe
(zwendel, zwendelt, zwendelde, zwendelden, gezwendeld)
-
oplichten
verbe
(licht op, lichtte op, lichtten op, opgelicht)
-
beduvelen
verbe
(beduvel, beduvelt, beduvelde, beduvelden, beduveld)
-
belazeren
verbe
(belazer, belazert, belazerde, belazerden, belazerd)
-
bedonderen
verbe
(bedonder, bedondert, bedonderde, bedonderden, bedonderd)
Translation Matrix for flouer:
Synonyms for "flouer":
External Machine Translations: