Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate insertion

Translate insertion from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

insertion:
- opname; opvang; tussenvoegsel; invoeging; tussenvoeging; inlassing; het plaatsen; plaatsing; tussenschuiving; inschuiving; ingevoegd stuk; inlas
- invoegen
Wiktionary:
- insertion → dub

French

Detailed Translations for insertion from French to Dutch

insertion:

insertion [la ~] nom

l'insertion (absorption; prise)
de opname; de opvang
- opname [de ~] nom
- opvang [de ~ (m)] nom
l'insertion (interpolation; intercalation)
het tussenvoegsel; de invoeging; de tussenvoeging; de inlassing
- tussenvoegsel [het ~] nom
- invoeging [de ~ (v)] nom
- tussenvoeging [de ~ (v)] nom
- inlassing [de ~ (v)] nom
l'insertion (mise en place; placement; installation; pose; implantation)
het plaatsen; de plaatsing
- het plaatsen [znw.] nom
- plaatsing [de ~ (v)] nom
l'insertion (glissement)
tussenschuiving; inschuiving
- tussenschuiving [znw.] nom
- inschuiving [znw.] nom
l'insertion (intercalation)
de invoeging; ingevoegd stuk; de inlas
- invoeging [de ~ (v)] nom
- ingevoegd stuk [znw.] nom
- inlas [de ~] nom

insertion

insertion
invoegen
- invoegen verbe (voeg in, voegt in, voegde in, voegden in, ingevoegd)

Translation Matrix for insertion:

Noun	Related Translations	Other Translations
het plaatsen	implantation; insertion; installation; mise en place; placement; pose
ingevoegd stuk	insertion; intercalation
inlas	insertion; intercalation
inlassing	insertion; intercalation; interpolation
inschuiving	glissement; insertion
invoeging	insertion; intercalation; interpolation
opname	absorption; insertion; prise	enregistrement
opvang	absorption; insertion; prise
plaatsing	implantation; insertion; installation; mise en place; placement; pose	mise en place; positionnement
tussenschuiving	glissement; insertion
tussenvoeging	insertion; intercalation; interpolation
tussenvoegsel	insertion; intercalation; interpolation	raccord
Verb	Related Translations	Other Translations
invoegen	insertion	ajouter; emboîter; encastrer; enchâsser; enclaver; faire entrer; incorporer; insérer; intercaler; introduire; mettre dans; se rabattre

Synonyms for "insertion":

emboîtement; accouplement; ajustage; assemblage; enchâssement; rapprochement; réunion; union; encart; encartage; immatriculation; enregistrement; identification; inscription; repère; matricule; insert; annonce; intercalation

Wiktionary Translations for insertion:

insertion

noun

een extra geluid dat ingebracht wordt in een bestaand geluidsfragment
- dub → incrustation; insertion