Summary


French

Detailed Translations for marcher devant from French to Dutch

marcher devant:

marcher devant verbe

  1. marcher devant (marcher en tête)
    vooruitlopen; voorlopen; vooroplopen; vooraanlopen
    • vooruitlopen verbe (loop vooruit, loopt vooruit, liep vooruit, liepen vooruit, vooruitgelopen)
    • voorlopen verbe (loop voor, loopt voor, liep voor, liepen voor, voorgelopen)
    • vooroplopen verbe
    • vooraanlopen verbe (loop vooraan, loopt vooraan, liep vooraan, liepen vooraan, vooraan gelopen)
  2. marcher devant (aller en avant; prendre les devants)
    vooruitgaan
    • vooruitgaan verbe (ga vooruit, gaat vooruit, ging vooruit, gingen vooruit, vooruit gegaan)
  3. marcher devant (aller en avant; prendre les devants; passer avant; )

Translation Matrix for marcher devant:

NounRelated TranslationsOther Translations
vooruitgaan avancement; s'améliorer
VerbRelated TranslationsOther Translations
iemand voorgaan aller en avant; avoir les devants; donner l'exemple; marcher devant; passer avant; passer le premier devant; prendre les devants
vooraanlopen marcher devant; marcher en tête
voorlopen marcher devant; marcher en tête
vooroplopen marcher devant; marcher en tête
vooruitgaan aller en avant; marcher devant; prendre les devants
vooruitlopen marcher devant; marcher en tête

Related Translations for marcher devant