French
Detailed Translations for mettre à part from French to Dutch
mettre à part:
-
mettre à part (réserver; retenir; mettre de côté; garder; poser de côté; mettre à l'écart)
-
mettre à part (séparer; isoler; réserver; tenir à l'écart)
-
mettre à part (séparer)
uiteenzetten; uiteenplaatsen; uit elkaar plaatsen-
uiteenplaatsen verbe (plaats uiteen, plaatst uiteen, plaatste uiteen, plaatsten uiteen, uiteengeplaatst)
-
uit elkaar plaatsen verbe