Interglot - "moment" translated from French to Dutch

Remove Ads

Summary

French to Dutch: more detail...

moment:
- moment; ogenblik; seconde; minuutje; oogwenk; tel; tijdstip; tijdje; wip; minuut; standpunt; zienswijs; perspectief; invalshoek; gezichtspunt; oogpunt; gezichtshoek; poosje
Wiktionary:
- moment → moment, ogenblik, oogwenk, tel, tijdstip, wijl, wip
- moment → mum, minuutje, secondje, ogenblik, moment, oogwenk, tijdstip, tel, pagina, blad, tijdje, momentje, een hele tijd, poosje, poos

French

Detailed Translations for moment from French to Dutch

moment:

moment [le ~] nom

le moment (seconde; instant)
het moment; het ogenblik; de seconde; het minuutje; de oogwenk; de tel
- moment [het ~] nom
- ogenblik [het ~] nom
- seconde [de ~] nom
- minuutje [het ~] nom
- oogwenk [de ~ (m)] nom
- tel [de ~ (m)] nom
le moment (instant)
het tijdstip
- tijdstip [het ~] nom
le moment (petit laps de temps; quelque temps)
het tijdje
- tijdje [het ~] nom
le moment (rien de temps; instant)
de wip
- wip [de ~ (m)] nom
le moment (minute; instant; seconde)
de minuut
- minuut [de ~] nom
le moment (point de vue; perspective; instant; question; angle; problème; différend; cas; optique)
het standpunt; zienswijs; de perspectief; de invalshoek; het gezichtspunt; het oogpunt; de gezichtshoek
- standpunt [het ~] nom
- zienswijs [znw.] nom
- perspectief [de ~] nom
- invalshoek [de ~ (m)] nom
- gezichtspunt [het ~] nom
- oogpunt [het ~] nom
- gezichtshoek [de ~ (m)] nom
le moment (petit moment; passage du temps; laps de temps; période; espace de temps; époque; temps; terme; durée; intervalle)
het poosje
- poosje [het ~] nom

Translation Matrix for moment:

Noun	Related Translations	Other Translations
gezichtshoek	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question
gezichtspunt	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	avis; concept; conception; conviction; doctrine; exposé; façon de penser; idée; intention; interprétation; mentalité; notion; opinion; optique; pensée; perspective; point de vue; position; prise de position; réflexion; vision
invalshoek	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	angle; approche; manière d'aborder; optique; point de vue
minuut	instant; minute; moment; seconde
minuutje	instant; moment; seconde
moment	instant; moment; seconde
ogenblik	instant; moment; seconde
oogpunt	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question
oogwenk	instant; moment; seconde	clin d'oeil; signe
perspectief	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	optique; perspective; point de vue
poosje	durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; temps; terme; époque
seconde	instant; moment; seconde
standpunt	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question	attitude; attitude physique; avis; concept; conception; conviction; doctrine; exposé; façon de penser; idée; intention; interprétation; mentalité; notion; opinion; opinions; optique; pensée; perspective; point de vue; position; prise de position; réflexion; tenue physique; vision
tel	instant; moment; seconde	addition; comptage des points; compte; score
tijdje	moment; petit laps de temps; quelque temps
tijdstip	instant; moment
wip	instant; moment; rien de temps
zienswijs	angle; cas; différend; instant; moment; optique; perspective; point de vue; problème; question

Synonyms for "moment":

circonstance; cas; conditions; données; opportunité; modalités; particularité; conjoncture; hasard; situation; occasion; éventualité; occurrence; époque; ère; période; temps; siècle; règne; date; âge; étape; heure; durée; instant; minute; seconde; pressant; imminent; saison; cycle; de saison; hors de saison; ans

Wiktionary Translations for moment:

moment

noun

point dans le temps.
- moment → moment; ogenblik; oogwenk; tel; tijdstip; wijl; wip

moment

noun

zeer korte tijd
- moment → moment
Een bepaald tijdstip
- ogenblik → moment
een punt in de tijd
- tijdstip → moment

Cross Translation:

From	To	Via
• moment	→ mum	↔ jiffy — short length of time
• moment	→ minuutje; secondje	↔ minute — short but unspecified period of time
• moment	→ ogenblik; moment; oogwenk; tijdstip; tel	↔ moment — very brief period of time
• moment	→ moment	↔ moment — moment of force
• moment	→ pagina; blad	↔ page — record
• moment	→ tijdje; momentje; een hele tijd; poosje	↔ while — uncertain duration of time, a period of time
• moment	→ ogenblik	↔ Augenblick — kurze Dauer, Moment
• moment	→ poos	↔ Weile — Zeitangabe: unbestimmte, kürzere Zeitdauer

Related Translations for moment

Remove Ads

Translate moment from French to Dutch

Detailed Translations for moment from French to Dutch

moment:

moment [le ~] nom

le moment (seconde; instant)

le moment (instant)

le moment (petit laps de temps; quelque temps)

le moment (rien de temps; instant)

le moment (minute; instant; seconde)

le moment (point de vue; perspective; instant; question; angle; problème; différend; cas; optique)

le moment (petit moment; passage du temps; laps de temps; période; espace de temps; époque; temps; terme; durée; intervalle)

Translation Matrix for moment:

Synonyms for "moment":

Wiktionary Translations for moment:

Related Translations for moment