Summary
French to Dutch: more detail...
-
proposer:
- voorstellen; voorslaan; aanbieden; indienen; stellen; poneren; naar voren brengen; opperen; aanbevelen; voordragen; aanraden; iemand recommanderen; nomineren; aanvoeren; te berde brengen; tonen; voorleggen; presenteren; laten zien; offreren; een voorstel doen; suggereren; ter overweging geven; uitloven; ter sprake brengen; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; op tafel leggen; inbrengen; geld opleveren; vooronderstellen; postuleren; starten; openen; gesprek aanknopen; aanknopen
-
Wiktionary:
- proposer → bieden, aanbieden, uitloven, voordragen, voorslaan, voorstellen, opperen, suggereren
- proposer → eisen, om, verzoeken, aanvragen, aanbieden, presenteren, voorstellen, aandragen
French
Detailed Translations for proposer from French to Dutch
proposer:
proposer verbe (propose, proposes, proposons, proposez, proposent, proposais, proposait, proposions, proposiez, proposaient, proposai, proposas, proposa, proposâmes, proposâtes, proposèrent, proposerai, proposeras, proposera, proposerons, proposerez, proposeront)
-
proposer
-
proposer (offrir; présenter)
-
proposer (émettre l'opinion; postuler; se présenter comme postulant; entamer; avancer; soulever; présupposer; lancer)
stellen; poneren; naar voren brengen; opperen-
naar voren brengen verbe (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
proposer (recommander; conseiller; nommer; patronner; préconiser; présenter; appuyer)
-
proposer (lancer; avancer)
opperen; poneren; aanvoeren; te berde brengen-
te berde brengen verbe (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
-
proposer (avancer; présenter)
naar voren brengen; opperen; poneren-
naar voren brengen verbe (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
-
proposer (présenter; montrer; exposer; faire voir)
-
proposer (faire une proposition; avancer; aborder)
-
proposer (suggérer; lancer; entamer; avancer; soulever)
suggereren; naar voren brengen; opperen-
naar voren brengen verbe (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
proposer (offrir; présenter; donner; promettre; faire une offre de)
-
proposer (présenter; soumettre; suggérer)
voorleggen; ter overweging geven-
ter overweging geven verbe (geef ter overweging, geeft ter overweging, gaf ter overweging, gaven ter overweging, ter overweging gegeven)
-
proposer (faire une offre de; offrir; promettre)
-
proposer (mettre sur la table; alléguer; soulever; entamer; citer; aborder; présenter; invoquer; mettre en avant; mettre sur le tapis)
ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; opperen-
ter sprake brengen verbe (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
entameren verbe
-
te berde brengen verbe (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
-
op tafel leggen verbe
-
-
proposer (valoir; introduire; avancer)
-
proposer (postuler; présumer; présupposer)
vooronderstellen; postuleren-
vooronderstellen verbe (vooronderstel, vooronderstelt, vooronderstelde, vooronderstelden, voorondersteld)
-
-
proposer (entamer la conversation; ouvrir; entamer; aborder; avancer; lancer; démarrer; inaugurer; mettre sur la table; mettre en marche; mettre sur le tapis)
ter sprake brengen; aansnijden; starten; entameren; openen; opwerpen; gesprek aanknopen; te berde brengen; aankaarten; aanknopen-
ter sprake brengen verbe (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
-
entameren verbe
-
gesprek aanknopen verbe
-
te berde brengen verbe (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
-
Conjugations for proposer:
Présent
- propose
- proposes
- propose
- proposons
- proposez
- proposent
imparfait
- proposais
- proposais
- proposait
- proposions
- proposiez
- proposaient
passé simple
- proposai
- proposas
- proposa
- proposâmes
- proposâtes
- proposèrent
futur simple
- proposerai
- proposeras
- proposera
- proposerons
- proposerez
- proposeront
subjonctif présent
- que je propose
- que tu proposes
- qu'il propose
- que nous proposions
- que vous proposiez
- qu'ils proposent
conditionnel présent
- proposerais
- proposerais
- proposerait
- proposerions
- proposeriez
- proposeraient
passé composé
- ai proposé
- as proposé
- a proposé
- avons proposé
- avez proposé
- ont proposé
divers
- propose!
- proposez!
- proposons!
- proposé
- proposant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Translation Matrix for proposer:
Synonyms for "proposer":
Wiktionary Translations for proposer:
proposer
Cross Translation:
verb
proposer
-
mettre en avant, de vive voix ou par écrit, pour qu’on l’examiner, pour qu’on en délibérer.
- proposer → bieden; aanbieden; uitloven; voordragen; voorslaan; voorstellen
verb
-
ditr|nld aanreiken, bieden, offreren, presenteren
-
iets voorstellen
-
een suggestie doen
-
een plan voorleggen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• proposer | → eisen; om; verzoeken; aanvragen | ↔ beantragen — einen Antrag auf etwas, jemanden stellen |
• proposer | → aanbieden; presenteren | ↔ empfehlen — (reflexiv) sich beziehungsweise seine Dienste für einen bestimmten Zweck zur Verfügung stellen; in Betracht kommen |
• proposer | → voorstellen; aandragen | ↔ vorschlagen — (transitiv): einen Vorschlag machen; eine Empfehlung machen, die abgelehnt werden kann |
• proposer | → voorstellen | ↔ propose — to suggest a plan or course of action |
• proposer | → voorstellen | ↔ suggest — to ask for without demanding |