Summary
French to Dutch: more detail...
-
s'échapper:
- ervandoor gaan; zich uit de voeten maken; de plaat poetsen; hem smeren; deserteren; het leger ontvluchten; vluchten; wegkomen; ontvluchten; weglopen; ontsnappen aan; zich vrijmaken; ontkomen; wegrennen; ontglippen; over het hoofd zien; uitwijken voor iets; van huis weglopen; glippen; floepen; wegglippen; losbreken; zich met geweld losbreken
French
Detailed Translations for s'échapper from French to Dutch
s'échapper:
-
s'échapper (filer; échapper; se sauver; esquiver; se tirer; ficher le camp; s'enfuir; déserter; s'en aller; s'évader; décamper; déguerpir; échapper à)
ervandoor gaan; zich uit de voeten maken; de plaat poetsen; hem smeren-
ervandoor gaan verbe (ga ervandoor, gaat ervandoor, ging ervandoor, gingen ervandoor, ervandoor gegaan)
-
zich uit de voeten maken verbe
-
de plaat poetsen verbe
-
hem smeren verbe
-
-
s'échapper (déserter de l'armée; déserter; fuir; échapper à; échapper; s'enfuir; s'en aller; esquiver; s'évader; se tirer; se sauver)
-
s'échapper (fuir; filer; partir en courant; ficher le camp; réussir à sortir; s'enfuir; s'évader; lever l'ancre)
vluchten; wegkomen; ontvluchten; weglopen; ontsnappen aan; zich vrijmaken; ontkomen; wegrennen; ontglippen-
ontsnappen aan verbe
-
zich vrijmaken verbe
-
s'échapper (manquer)
-
s'échapper (s'écarter; éviter; fuir; échapper; s'enfuir; s'évader; se sauver; échapper à)
-
s'échapper (s'enfuir; fuir; déserter; filer)
-
s'échapper (perdre; échapper; échapper à; glisser; glisser entre les mains)
-
s'échapper (se libérer avec force; échapper; fuir; s'enfuir; s'évader; se sauver; échapper à)
Translation Matrix for s'échapper:
External Machine Translations: