French

Detailed Translations for se faire valoir from French to Dutch

se faire valoir:

se faire valoir verbe

  1. se faire valoir (contraster; étaler; se pavaner)
    uitsteken; opvallen; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen
    • uitsteken verbe (steek uit, steekt uit, stak uit, staken uit, uitgestoken)
    • opvallen verbe (val op, valt op, viel op, vielen op, opgevallen)
    • uitspringen verbe (spring uit, springt uit, sprong uit, sprongen uit, uitgesprongen)
    • eruit springen verbe (spring eruit, springt eruit, sprong eruit, sprongen eruit, eruit gesprongen)
    • afsteken verbe (steek af, steekt af, stak af, staken af, afgestoken)
  2. se faire valoir (s'imposer)

Translation Matrix for se faire valoir:

NounRelated TranslationsOther Translations
opvallen fait d'attirer l'oeil; fait d'être remarqué; fait de sauter aux yeux
uitsteken protubérer
VerbRelated TranslationsOther Translations
afsteken contraster; se faire valoir; se pavaner; étaler contraster; décamper; faire bagage; partir; prendre la mer; s'en aller
eruit springen contraster; se faire valoir; se pavaner; étaler
in het oog lopen contraster; se faire valoir; se pavaner; étaler
opvallen contraster; se faire valoir; se pavaner; étaler
uitspringen contraster; se faire valoir; se pavaner; étaler
uitsteken contraster; se faire valoir; se pavaner; étaler briller; exceller
zich doen gelden s'imposer; se faire valoir
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uitsteken frappant

Related Translations for se faire valoir