French

Detailed Translations for se rafraîchir from French to Dutch

se rafraîchir:

se rafraîchir verbe

  1. se rafraîchir (rafraîchir)
    opfrissen; verfrissen; verkwikken; verkoelen; verlevendigen
    • opfrissen verbe (fris op, frist op, friste op, fristen op, opgefrist)
    • verfrissen verbe (verfris, verfrist, verfriste, verfristen, verfrist)
    • verkwikken verbe (verkwik, verkwikt, verkwikte, verkwikten, verkwikt)
    • verkoelen verbe (verkoel, verkoelt, verkoelde, verkoelden, verkoeld)
    • verlevendigen verbe (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)
  2. se rafraîchir
  3. se rafraîchir (rafraîchir; renouveler)
    opfrissen; verlevendigen; verfrissen; verkwikken
    • opfrissen verbe (fris op, frist op, friste op, fristen op, opgefrist)
    • verlevendigen verbe (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)
    • verfrissen verbe (verfris, verfrist, verfriste, verfristen, verfrist)
    • verkwikken verbe (verkwik, verkwikt, verkwikte, verkwikten, verkwikt)
  4. se rafraîchir (réconforter; relever; remonter; )
    opknappen; opkalefateren; opvijzelen; oplappen
    • opknappen verbe (knap op, knapt op, knapte op, knapten op, opgeknapt)
    • opkalefateren verbe (kalefater op, kalefatert op, kalefaterde op, kalefaterden op, opgekalefaterd)
    • opvijzelen verbe (vijzel op, vijzelt op, vijzelde op, vijzelden op, opgevijzeld)
    • oplappen verbe (lap op, lapt op, lapte op, lapten op, opgelapt)
  5. se rafraîchir (refroidir; rafraîchir; se refroidir)
    verkoelen; koelen; verkillen; afkoelen
    • verkoelen verbe (verkoel, verkoelt, verkoelde, verkoelden, verkoeld)
    • koelen verbe (koel, koelt, koelde, koelden, gekoeld)
    • verkillen verbe (verkil, verkilt, verkilde, verkilden, verkild)
    • afkoelen verbe (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)
  6. se rafraîchir (boire; se ranimer)

Translation Matrix for se rafraîchir:

NounRelated TranslationsOther Translations
afkoelen refroidissement
oplappen pratiquer
verkoelen refroidissement
VerbRelated TranslationsOther Translations
afkoelen rafraîchir; refroidir; se rafraîchir; se refroidir apaiser; rafraîchir; refroidir; réfrigérer; s'apaiser
koelen rafraîchir; refroidir; se rafraîchir; se refroidir
opfrissen rafraîchir; renouveler; se rafraîchir
opkalefateren arranger; rehausser; relever; remonter; réconforter; réparer; se rafraîchir; se remettre; soulever
opknappen arranger; rehausser; relever; remonter; réconforter; réparer; se rafraîchir; se remettre; soulever arranger; enjoliver; rafraîchir; ragaillardir; rajuster; remettre en bon état; remettre à neuf; remonter le moral à; renouveler; restaurer; retaper; revitaliser; réconforter; régénérer; réhabiliter; rénover; se requinquer; se retaper
oplappen arranger; rehausser; relever; remonter; réconforter; réparer; se rafraîchir; se remettre; soulever
opvijzelen arranger; rehausser; relever; remonter; réconforter; réparer; se rafraîchir; se remettre; soulever
verfrissen rafraîchir; renouveler; se rafraîchir ragaillardir; ranimer; remonter le moral à; réconforter
verkillen rafraîchir; refroidir; se rafraîchir; se refroidir
verkoelen rafraîchir; refroidir; se rafraîchir; se refroidir
verkwikken rafraîchir; renouveler; se rafraîchir faire plaisir à; rafraîchir; ragaillardir; ranimer; raviver; remonter le moral à; requinquer; réconforter; se remettre; se requinquer; égayer
verlevendigen rafraîchir; renouveler; se rafraîchir animer; aviver; ranimer; raviver; vitaliser; vivifier
zich laven boire; se rafraîchir; se ranimer
zich opfrissen se rafraîchir
zich opknappen se rafraîchir
zich verfrissen se rafraîchir
zich verkwikken boire; se rafraîchir; se ranimer
zijn dorst stillen boire; se rafraîchir; se ranimer

Related Translations for se rafraîchir