Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. uitbannen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitbannen from Dutch to German

uitbannen:

uitbannen verbe (ban uit, bant uit, bande uit, banden uit, uitgebannen)

  1. uitbannen (verbannen; verdrijven; bannen; )
    verbannen; ausstossen
    • verbannen verbe (verbanne, verbannst, verbannt, verbannte, verbanntet, verbannt)
    • ausstossen verbe

Conjugations for uitbannen:

o.t.t.
  1. ban uit
  2. bant uit
  3. bant uit
  4. bannen uit
  5. bannen uit
  6. bannen uit
o.v.t.
  1. bande uit
  2. bande uit
  3. bande uit
  4. banden uit
  5. banden uit
  6. banden uit
v.t.t.
  1. heb uitgebannen
  2. hebt uitgebannen
  3. heeft uitgebannen
  4. hebben uitgebannen
  5. hebben uitgebannen
  6. hebben uitgebannen
v.v.t.
  1. had uitgebannen
  2. had uitgebannen
  3. had uitgebannen
  4. hadden uitgebannen
  5. hadden uitgebannen
  6. hadden uitgebannen
o.t.t.t.
  1. zal uitbannen
  2. zult uitbannen
  3. zal uitbannen
  4. zullen uitbannen
  5. zullen uitbannen
  6. zullen uitbannen
o.v.t.t.
  1. zou uitbannen
  2. zou uitbannen
  3. zou uitbannen
  4. zouden uitbannen
  5. zouden uitbannen
  6. zouden uitbannen
en verder
  1. ben uitgebannen
  2. bent uitgebannen
  3. is uitgebannen
  4. zijn uitgebannen
  5. zijn uitgebannen
  6. zijn uitgebannen
diversen
  1. ban uit!
  2. bant uit!
  3. uitgebannen
  4. uitbannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitbannen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ausstossen bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
verbannen bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Wiktionary Translations for uitbannen:

uitbannen
verb
  1. iets uitdrijven of wegjagen

Cross Translation:
FromToVia
uitbannen exorzieren exorcise — To drive out an evil spirit from a person, place or thing, especially by an incantation or prayer
uitbannen bannen; ins Exil schicken; verbannen bannircondamner une personne à sortir d’un pays, à être chasser ou transporter hors d’un territoire, avec défense d’y rentrer.
uitbannen bannen; ins Exil schicken; verbannen exilerenvoyer en exil.