Dutch

Detailed Translations for verheven from Dutch to German

verheven:


Translation Matrix for verheven:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
stattlich groots; grootschalig; reuze
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ansehnlich aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; chic; deftig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; enorm; esthetisch; fier; flink; fors; indrukwekkend; keurig; kies; majestueus; modieuze verfijning; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; respectabel; royaal; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; substantieel; trots; verfijnd; vorstelijk; zeer plechtig
elegant aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aangekleed; chic; decoratief; elegant; esthetisch; gekleed; geraffineerd; gracieus; modieuze verfijning; plechtig; plechtstatig; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; zeer plechtig
erhaben aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; edel; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hoogstaand; illuster; verheven; voornaam aanmatigend; arrogant; deftig; edel; edelmoedig; eerbiedwaardig; geringschattend; grootmoedig; groots; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hoogverheven; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; nobel; plechtig; plechtstatig; statig; trots; uit de hoogte; verwaand; waardig; zeer plechtig; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
gehoben aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
herrlich aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aangenaam; behaaglijk; fijn; gaaf; glorierijk; goddelijk; heerlijk; heilig; hemels; kostelijk; lekker; leuk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; mieters; oogverblindend; overheerlijk; paradijselijk; plechtig; plechtstatig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; reuzelekker; roemrijk; roemvol; schitterend; slank en smal; smakelijk; statig; tof; verblindend; verheerlijkt; verrukkelijk; zalig; zeer plechtig
herrschaftlich aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam geducht; in hoge mate; plechtig; plechtstatig; statig; zeer plechtig
hocherhaben aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam deftig; eerbiedwaardig; hoogverheven; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
illuster aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam doorluchtige
königlich aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aristocratisch; koninklijk; plechtig; plechtstatig; statig; vorstelijk; zeer plechtig
schick aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam aangekleed; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; chic; elegant; esthetisch; flitsend; fraai; gaaf; gekleed; geraffineerd; goed ogend; gracieus; hip; knap; mieters; modieus; mooi; schitterend; sierlijk; smaakvol; snel; stijlvol; tof; trendy; uitnodigend; verfijnd; verleidelijk; vlot; welgevallig
stattlich aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam behoorlijk; chic; danig; dapper; deftig; duchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; ferm; fier; flink; fors; fysiek sterk; geraffineerd; glorieus; groots; heldhaftig; heroïsch; kloek; krachtig; moedig; onverschrokken; plechtig; plechtstatig; potig; prat; rijzig; sierlijk; smaakvol; statig; sterk; stevig; stijlvol; stout; stoutmoedig; trots; verfijnd; waardig; weids; zeer plechtig
vornehm aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam deftig; gedistingeerd; plechtig; plechtstatig; statig; vooraanstaand; voornaam; zeer plechtig
wert aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren; waard
würdevoll aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig
würdig aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam deftig; eerbiedwaardig; plechtig; plechtstatig; statig; waardig; zeer plechtig

Related Words for "verheven":

  • verhevenheid, verhevener, verhevenere, verhevenst, verhevenste, verhevene

Wiktionary Translations for verheven:


Cross Translation:
FromToVia
verheven göttlich; lustvoll; woniglich; köstlich; herrlich divin — Qui est de Dieu, qui appartenir à Dieu, à un dieu.
verheven laut; erhaben; Hoch-; hoch; oben haut — Qui élever. — note Par opposition à bas et à petit, en parlant d’un objet considérer par rapport à tous les autres objets du même genre, ou seulement par comparaison à un ou à plusieurs autres.
verheven erhaben; majestätisch; imposant imposant — Qui imposer, qui est propre à s’attirer de l’attention, des égards, du respect.
verheven pompös; grandios; großartig; blank; herrlich; stattlich; wunderbar; prachtvoll; wundervoll magnifique — Qui est plein de magnificence, somptueux.

verheven form of verheffen:

verheffen verbe (verhef, verheft, verhief, verhieven, verheven)

  1. verheffen (opstaan; gaan staan; omhoogkomen)
    aufstehen; sich erheben
    • aufstehen verbe (stehe auf, stehst auf, steht auf, stand auf, standet auf, aufgestanden)
    • sich erheben verbe (erhebe mich, erhebst dich, erhebt sich, erhob sich, erhobt euch, sich erhoben)

Conjugations for verheffen:

o.t.t.
  1. verhef
  2. verheft
  3. verheft
  4. verheffen
  5. verheffen
  6. verheffen
o.v.t.
  1. verhief
  2. verhief
  3. verhief
  4. verhieven
  5. verhieven
  6. verhieven
v.t.t.
  1. heb verheven
  2. hebt verheven
  3. heeft verheven
  4. hebben verheven
  5. hebben verheven
  6. hebben verheven
v.v.t.
  1. had verheven
  2. had verheven
  3. had verheven
  4. hadden verheven
  5. hadden verheven
  6. hadden verheven
o.t.t.t.
  1. zal verheffen
  2. zult verheffen
  3. zal verheffen
  4. zullen verheffen
  5. zullen verheffen
  6. zullen verheffen
o.v.t.t.
  1. zou verheffen
  2. zou verheffen
  3. zou verheffen
  4. zouden verheffen
  5. zouden verheffen
  6. zouden verheffen
diversen
  1. verhef!
  2. verheft!
  3. verheven
  4. verheffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verheffen [znw.] nom

  1. verheffen (verering; eerbiedigen; aanbidden; verheerlijking; eerbied)
    die Hochachtung; die Ehrerbietung; der Respekt

Translation Matrix for verheffen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ehrerbietung aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; respect; waardering
Hochachtung aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; respect; waardering
Respekt aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; respect; waardering
VerbRelated TranslationsOther Translations
aufstehen gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen gaan staan; omhoogrijzen; opstaan; rijzen
sich erheben gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen ontspinnen

Wiktionary Translations for verheffen:


Cross Translation:
FromToVia
verheffen aufrichten rear — to lift, raise etc. physically
verheffen aufstehen; heben; aufheben; erheben; zücken lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était.
verheffen heben; aufheben; erheben; zücken souleverlever à une faible hauteur.

Related Translations for verheven