Dutch

Detailed Translations for intuïtie from Dutch to German

intuïtie:

intuïtie [de ~ (v)] nom

  1. de intuïtie (gevoel; instinct)
    Vorgefühl; die Ahnung; die Intuition; der Impuls; die Eingebung; der Instinkt; der Einfall

Translation Matrix for intuïtie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ahnung gevoel; instinct; intuïtie beschuldiging; greintje; sjoege; verdenking; voorgevoel; zweem
Einfall gevoel; instinct; intuïtie denkbeeld; gedachte; idee; impuls; inval; invasie; kijk; luim; mening; oordeel; opinie; opvatting; opwelling; politie-inval; prikkel; visie; zienswijze
Eingebung gevoel; instinct; intuïtie begrip; conceptie; denkbeeld; gedachte; idee; ingeving; inspiratie; kijk; mening; notie; oordeel; opinie; opvatting; visie; voorgevoel; zienswijze
Impuls gevoel; instinct; intuïtie aandriften; aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; driften; impuls; luim; opwekking; opwelling; prikkel; stimulans; stimulering
Instinkt gevoel; instinct; intuïtie aandrift; instinct; natuurdrift
Intuition gevoel; instinct; intuïtie
Vorgefühl gevoel; instinct; intuïtie aannemen; beschuldiging; verdenking; voorgevoel; vooronderstellen

Related Words for "intuïtie":

  • intuïties

Wiktionary Translations for intuïtie:


Cross Translation:
FromToVia
intuïtie Ahnung; Eingebung; Anschauung; Gespür; Einfühlungsvermögen; unmittelbare; Erkenntnis intuition — immediate cognition without the use of rational processes
intuïtie Intuition intuition — perceptive insight gained by the use of this faculty